Gegevensuitwisseling tussen geboortezorg en JGZ
Bijeenkomst levert goede ideeen op.

Matthea Vrijmoeth-van Dijk Consultant JGZ

Vertegenwoordigers vanuit geboortezorg, jeugdgezondheidszorg (JGZ), RSO’s (regionale samenwerkingsorganisaties) en leveranciers van verschillende systemen hebben gekeken naar de mogelijkheden voor digitale gegevensuitwisseling tussen geboortezorg en JGZ.

Gepubliceerd op: Oktober 10, 2019

Op woensdag 2 oktober organiseerden het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), GGD GHOR Nederland, ActiZ Jeugd, College Perinatale Zorg (CPZ) en Babyconnect gezamenlijk een bijeenkomst over gegevensuitwisseling tussen de geboortezorg en de jeugdgezondheidszorg. VIPP BabyConnect is het landelijk actieprogramma voor het gebruiksvriendelijk uitwisselen van informatie in de geboortezorg tussen cliënten, zorgverleners en zorgverleners onderling. Vanuit dit programma zijn er subsidiegelden voor samenwerkingen om de uitwisseling te ondersteunen.


Door Michel Tan van Nictiz, kregen de aanwezigen een introductie van het interoperabiliteitsmodel van Nictiz en wat er al beschikbaar is binnen de geboortezorg en binnen de jeugdgezondheidszorg. Daarna gingen iedereen in mulitidisciplinaire tafels met elkaar aan de slag om aan de hand van de vijf lagen van het interoperabiliteitsmodel te identificeren waar kansen en knelpunten liggen en welke stappen men kan zetten om verder te komen.

Minister Bruno Bruins heeft een roadmap van vier gegevensuitwisselingen vastgesteld waarop hij de komende periode wil focussen om vast te stellen welke standaarden van gegevensuitwisseling verplicht moeten worden door middel van wetgeving. Ondanks dat geboortezorg niet (meer) op deze lijst staat, bleek op 2 oktober wel dat geboortezorg en JGZ stappen willen blijven maken.


Lokaal zijn er al verschillende initiatieven en afspraken tussen bijvoorbeeld verloskundige zorg en JGZ, bijvoorbeeld door afspraken in het Verloskundig SamenwerkingsVerband (VSV) waar JGZ soms ook onderdeel van is. Dit wordt nog niet altijd digitaal ondersteund. Verschillende papieren overdrachtsformulieren waren meegenomen om het belang van eenduidige digitale afspraken te onderstrepen. Vanuit de verschillende tafels werden verschillende actiepunten genoemd om de digitale uitwisseling (verder) mogelijk te maken. Hieronder een greep uit de ideeën die werden genoemd:

  • Het is belangrijk dat er vertrouwen is in de andere partners (kraamzorg, verloskunde, JGZ) binnen het geboortezorgnetwerk om digitale samenwerking te kúnnen omarmen.
  • Als je als geboortezorgnetwerk echt goed wilt samenwerken, helpt het om fysiek bij elkaar gaan zitten. Dit verhoogt de kwaliteit van de zorg, maar ook de tevredenheid van ouders en hun kinderen, omdat dit in de praktijk leidt tot minder contactmomenten. Een concreet voorbeeld hiervan is de nazorgpoli voor prematuren en dysmaturen.
  • Er moet landelijk regie komen om het perinataal woordenboek dataset (PWD) van de geboortezorg en de basisdataset (BDS) van de JGZ bij elkaar te brengen, zodat er ook landelijke afspraken gemaakt kunnen worden op het niveau van eenheid van taal en eenheid van datastructuur. Dit is een randvoorwaarde voor echt goede uitwisseling en hergebruik van data.
  • Laten we beginnen door op regionaal niveau gewoon te gaan doén, dan zien we vanzelf tegen welke knelpunten we aanlopen. En daarbij klein te beginnen met wat nú al kan, en groot te denken om het groter geheel niet uit het oog te verliezen.


Samengevat: anders, beter samenwerken. Het belang is groot. Jaarlijks worden er ongeveer 170.000 kinderen geboren in Nederland.